
Augustus, de maand waarin veel vogelsoorten ruien. Vogelveren. Een fijn struindoel merk ik. Altijd een verrassing wat er onderweg op de grond ligt. De slagpennen van de grote bonte specht, zwart met grote witte vlekken. Of de vogel die razendsnel wegvloog en die veren achterliet: een houtsnip. En dan is er de ransuil die met veren strooit, maar zich niet laat zien.
Terwijl ik om een enorme eik struin om te kijken of er wat ligt, ligt er een skelet, met nog wat veren eraan. Olijfgroene veerranden. Een groene specht. Zonder kop. Ik zoek verder, om te kijken of ik het skelet van de kop vind. Naast de specht ligt inderdaad een schedel. Met twee knaagtanden… Specht en woelrat, onder dezelfde boom.
Foto: De veren van de groene specht.